Kempen, Mechelen, Metropool Noord, Metropool Zuid, Waasland

"Alle vrouwen zijn muzes" ?

Martine CUYT 10-05-2003 Pag. 1

GROBBENDONK - Ze noemt zichzelf een lastpost. Hij noemt haar zijn redding. Veertig jaar geleden kwam Hubert Lampo's (82) persoonlijke Joachim Stiller aanzetten in de figuur van Lucienne Vangenende (79). Ze verliet Wetteren, haalde hem uit zijn privé-ellende en is sindsdien niet meer van zijn zijde geweken. Een dubbelgesprek met de schrijver en zijn vrouw ter gelegenheid van de 43ste druk (bij Meulenhoff) van zijn megaseller De komst van Joachim Stiller. Het boek ligt nu in de boekhandel, in nieuw omslag gestopt met essays en verhalen, als Heimwee naar de sterren.

De komst van Lucienne Vagenende in leven en werk van Hubert Lampo

ntmoeting

"Ik heb Hubert voor het eerst ontmoet in zijn boeken", zegt Lucienne Vagenende. "Ik ben ernstig, hoor. Ik had Belofte aan Rachel gekocht tijdens de dagen van de Vlaamse Gids in Oostduinkerke, eind jaren vijftig. Die vrijmoedige geest boeide me geweldig. Ik las er een mooie beschrijving in van een verliefdheid, vond er geestelijke waarden in én eerbied voor de vrouw. Plus Lampo's afkeuring van de dictatuur. Je moet weten dat de Tweede Wereldoorlog nog vers in mijn geheugen zat. Wie had niet geleden onder de omstandigheden?"

"Kortom: ik was weg van Belofte aan Rachel. Ik ben het boek beginnen aanraden aan God en alleman. Zozeer zelfs dat ik het binnen de kortste keren was kwijtgespeeld. Toen Hubert Lampo in '61 of '62 een lezing gaf in Wetteren, kocht ik het opnieuw en liet ik het signeren door de schrijver. Ik feliciteerde hem en zei dat ik het hoofdpersonage Benjamin geestelijk zo'n mooie man vond dat ik die wel eens wilde ontmoeten. Lampo antwoordde: 'Dat ben ik.'"

Lucienne wist even niet wat te zeggen. "En ik ben niet gauw uit mijn lood te slaan. Ik heb het boek en mijn handtas vastgegrabbeld en plaatsgemaakt voor de volgende in de rij."

?

Toenadering

"Het was geen liefde op het eerste gezicht", vertelt Lampo. "En neen, ik was niet onthutst door haar opmerking. Ik was inmiddels wel een en ander gewoon bij signeersessies."

De toenadering was alweer te danken aan boeken. De bibliotheek van Wetteren was vreselijk slecht in die tijd en Lampo, destijds behalve schrijver ook inspecteur der bibliotheken, vond plots dat hij dringend werk hoorde te maken van dat probleem.

"Die man heeft mij op een dag tussen de rekken heel zijn leven verteld", zegt Lucienne. "Ik dacht: die ga ik helpen. De liefde is langzaam gegroeid. Ik had zelf in mijn leven miserie gekend, waarover ik niet wil uitweiden, maar ik zag het plots heel helder."

Lucienne, lerares wiskunde en geschiedenis aan het atheneum van Wetteren, was 39 en verliefd. Nooit eerder had ze een man toegelaten in haar leven, maar plots stond hij er. "Ik ben niet verliefd geworden op zijn lichaam, wel op zijn geest", zegt Lucienne. "Ik had vertrouwen in hem dankzij Belofte aan Rachel. Dat vertrouwen heeft hij niet beschaamd. Lees zijn boeken en ge leert hem kennen. Achter het geschrijf herkent ge mijn man."

?

Verloving

Hubert en Lucienne ontdekten niet-toevallige overeenkomsten. "Om de sterkste te noemen: mijn moeder had met de moeder van Johan Daisne op de normaalschool gezeten", vertelt Lampo. "En Luc(ienne) bleek goed bevriend met de familie Daisne. De twee studenten die in Daisnes Een trap van steen en wolken figureren, zijn vrienden van ons. Die zien we nog: Michel en Léon Daisne, respectievelijk gynecoloog en uroloog-dermatoloog."

Lucienne: "Ik ben opengebloeid dankzij Hubert. Ik wist nauwelijks wat over literatuur toen ik hem leerde kennen. Als kind had ik enorm veel Vlaamse Filmkes gelezen en Hanskes - boekjes van Abraham Hans - maar verder heb ik maar één mooi Hollands kinderboek gehad, van Top Naeff. Ik was meer bezig met muziek. Eigenlijk wilde ik pianiste worden, maar een enthousiast leraar wiskunde maakte dat ik die richting uitging. Poëzie had ik sporadisch gelezen, maar ik speelde met wiskunde, niet met taal."

Tijdens de verloving nam Lampo geregeld boeken mee als cadeau. "Van hem, maar ook van anderen. Als hij een boek goed vond, dat kreeg ik dat: Daisne bijvoorbeeld."

Op een dag schonk hij haar Joachim Stiller. Lucienne werd er stil van. "Een authentiek, menselijk en boeiend boek. Mooie taal. Daarin ligt het geheim van het succes van dat boek. Niet alleen in het magisch-realisme, maar in de inhoud en rijkdom van iedere zin. Fantastisch!"

?

Ellende

Joachim Stiller ligt er nu, druk 43 (bij Meulenhoff). Er gingen meer dan 400.000 exemplaren over de toonbank van wat zonder twijfel Lampo's magnum opus is. "De komst van Joachim Stiller is grotendeels ontstaan uit de overweging 'kwam er nu maar iemand om mij uit deze ellende te redden'", vertelt de schrijver. "Ik was drie keer zwaar teleurgesteld en gehavend uit een huwelijk of relatie gekomen. Ik zat in de miserie tot en met. Stiller is schrijvenderwijs meer en meer een Christusfiguur geworden, een verlosser."

Het is duidelijk dat de verlosser, in fictie Joachim Stiller, in werkelijkheid Lucienne Vagenende heet. "Het leven zelf is magisch", knikken beiden. Lampo: "Ik vlucht niet in het magisch-realisme van mijn boeken. Er gebeuren in werkelijkheid wonderlijke gebeurtenissen. Vaak overstijgt de werkelijkheid zelfs de fictie."

Lucienne: "Een voorbeeld: wij komen terug van een reis en wat vinden we in de bus? Een kaartje van het concentratiekamp van Mauthausen, met een citaat uit Lampo's De geheime academie en: 'uitleg volgt!' De briefschrijver was in navolging van het boek van Lampo zijn vader gaan zoeken en had hem gevonden in de naamlijst van overledenen."

?

Invloed

"Wat mijn invloed op Hubert is geweest? Ik heb er in zekere zin voor gezorgd dat hij rustiger is geworden, dat zijn leven uitgebalanceerder werd. Want ik mag het nu wel zeggen: hij was wereldvreemd. Altijd maar zitten schrijven... Om 2 uur 's nachts opstaan om aan zijn schrijftafel te gaan zitten. Hij heeft zo weinig beweging gehad, dat hij nu, op zijn 83ste, van de dokter moet fietsen op de hometrainer en dat ze zijn benen moeten komen masseren."

Was Lucienne zijn muze? Lucienne antwoordt plaatsvervangend: "Alle vrouwen van de hele wereld zijn zijn muzes. Hij is een liefhebber van de waardevolle vrouw. Fysiek en geestelijk. Ge ziet gaarne schone vrouwen, he?"

Lampo: "Dat beperkt zich dan toch tot een keer naar een dame op televisie kijken. Ik heb mijn vrouw destijds moeten vertellen dat ze knap was. Dat wist ze niet." Lucienne komt in diverse titels (onder meer Een geur van sandelhout en Schemertijdmuziek) voor als Lucia, een knappe actrice, geestig van aard. "Geen kat die me dus nog Lucienne noemt. Iedereen zegt Lucia, kun je nagaan. Ik vind het een plezier om voor te komen in de boeken van Hubert, maar ik had het nooit verwacht. Nu ja, of ik dat helemaal ben? De geestigheid klopt: ik ben een komiek. Ik kan erg geestig zijn, maar niemand ziet het. Voor buitenstaanders ben ik de sjampetter."

?

Bescherming

Hij heeft haar moeten overtuigen van haar schoonheid, zij heeft hem moeten overtuigen van wat hij waard was. "Een aantal jaren geleden dacht Hubert dat hij geen vertalingen had", herinnert Lucienne zich. "Ik heb ze toen allemaal tevoorschijn gehaald. Hij stond paf."

Maar in zijn schrijven is ze nooit tussenbeide gekomen, zegt Lucienne. Nooit heeft ze een boek gelezen vóór dat er lag in drukproef. "Ik was niet zoals andere schrijversvrouwen, die passages die over hen gingen eruit haalden. Neen, ik noem geen namen."

Lucienne heeft Hubert zijn hele carrière geruggensteund vanuit een soort roeping. Als er kritiek kwam, probeerde zij haar man te beschermen. De woorden van Eleonore Roosevelt staan zowat in haar geheugen gegrift: "Iedereen heeft te maken met twee soorten kritiek: opbouwende, die komt van mensen die te vertrouwen zijn, en afbrekende. Als ik het onderscheid tussen de twee niet had kunnen zien, was ik een zenuwwrak geworden. En sommige kritiek was echt afbrekend om af te breken."

"Ik trok mij die kritieken wel aan, ja", bekent Lampo. "Hij voelde er haat in, en dat deed pijn, omdat Hubert niet kan haten. Bij zijn zeventigste verjaardag verscheen een stuk onder de titel: Is't nu nog niet gedaan, Lampo?"

"Boosaardig", zucht hij.

"Heel die generatie van '68 moest u niet, schatje", spreekt ze haar man aan, verwijzend naar Paul de Wispelaere en de jonge generatie van critici. "Jij was een sociaal-democraat, geen maoïst. Jij stond achter geen enkele dictatuur: noch Stalin, noch Mao, noch die andere vogel, hoe-heet-ie: Kadhafi. Hubert is zelf een te ernstig criticus geweest."

"In onze tijd lazen wij het boek nog voor we er een bespreking van maakten", zegt Lampo. "Op een gegeven moment ben ik de uitspraak Laisser pisser les moutons gaan huldigen: laat maar waaien. Neen, nooit ben ik de confrontatie aangegaan. Nooit heb ik teruggeslagen."

?

Verandering

Behalve zijn steun en toeverlaat werd Lucienne Vagenende ook de privé-secretaresse van de schrijver. "Dat is gekomen door zijn depressies", zegt ze. "Toen ben ik de telefoons en brieven beginnen beantwoorden."

"Ik kan niet telefoneren", voegt Lampo er aan toe. "Het is eigenaardig, maar ik kan niet praten met mensen die ik niet zie."

Lucienne: "Vroeger had ik complexen om een brief te schrijven. Ik heb van mijn man het briefschrijven geleerd. Hij heeft er zelf een afkeer van, en ik doe het inmiddels met plezier."

Ze drukt er tijdens en na het gesprek op dat ze geen slachtoffer is geweest, dat zij niet de vrouw is die zich heeft opgeofferd voor haar man. En: "Laat mij maar niet te veel aan het woord. Het gaat om hem. Ik ben een gelukkig mens. Ik heb geleefd, elke dag, intensief, met de geest."

Tegenwoordig herleest Lucienne de boeken van haar man om op schoolvragen van nichtjes en neefjes te kunnen antwoorden. "Ik ben hem met de jaren anders gaan lezen. In het begin las ik gulzig, omdat het verhaal mij boeide. De mens erachter las ik intuïtief mee. Nu zie ik bij het herlezen meer wat hij te zeggen heeft achter het verhaaltje."

"Schrijven was een levensbehoefte", zegt Lucienne, "Zeg het maar, Hubert. In de afgelopen tien jaar is dat veranderd. Hij heeft drie stevige operaties ondergaan, inzinkingen gehad. En veel last gehad achteraf van de verdoving."

"Weet je wat het is?", zegt Lampo. "In feite ben ik een luiaard, en die luiaard in me heeft de overhand genomen..."

3Hij is zeer werkzaam ("geweest", vult Hubert aan.)

3

Ze is goedhartig.

Voor mijn temperament is ze wat hypernerveus.

Ze is gemakkelijk opgewonden, maar altijd bereid anderen te helpen.

Lucienne

3 Als artiest heeft hij voor niks anders geleefd dan om zichzelf en zijn werk te ontplooien.

3 Hij is totaal wereldvreemd.

Hij is de de zachtmoedige.

Ze is verstandig.

Martine CUYT
© 2003 De Vlijt NV



MA10999192